Ik werk vanuit de overtuiging dat mensen heel goed in staat zijn om te reageren op veranderende omgeving, maar dat ze niet altijd in staat zijn om te zien hoe hun kijk op de werkelijkheid en hun gewoonten hen beperken in veranderingsprocessen. De weerstand die we tegenkomen in veranderingsprocessen komt vaak voort uit de oprechte zorg van mensen om bepaalde kwaliteiten van de huidige manier van werken te bewaken. Door mensen met elk hun eigen bril met elkaar in dialoog te brengen en zonder oordeel naar elkaar te luisteren, de verschillen en weerstanden te onderzoeken en van elkaar te leren kunnen er werkelijk nieuwe manieren van samenwerken ontwikkeld worden. Methoden en modellen kunnen in dit proces helpen omdat ze een kader bieden voor analyse en een gemeenschappelijke taal. Ze bieden structuur voor het maken van afspraken over hoe men in een organisatie wil samenwerken. Ze zijn echter nooit in zichzelf voldoende. Voor echte en duurzame verandering is het nodig dat eventuele methoden geplaatst worden in de context van de samenwerking en een basis kunnen vormen voor de interactie en dialoog tussen de mensen die samen willen werken.
De eerste 8 jaren na mijn studie aan de landbouwuniversiteit heb ik doorgebracht in West Afrika en Latijns Amerika.
In Mali, West Afrika, werkte ik binnen de nationale katoenorganisatie. Deze organisatie probeerde met een projectgerichte werkwijze veranderingen door te voeren in de manier en vormen van landbouwvoorlichting en dienstverlening. Ik was daar natuurlijk een vreemde eend in de bijt. Tussen mij en mijn collega’s waren er de verschillen in taal, cultuur, manier van werken en de manier waarop persoonlijke omstandigheden het werk beïnvloeden. Hierdoor lag het accent in die eerste jaren werkervaring in het leren omgaan met die verschillen en vanuit die verschillen zoeken naar nieuwe vormen van samenwerken. Na een aantal jaren kreeg ik een nieuw contract, ditmaal in Ecuador. Ook hier moest ik in mijn werk om leren gaan met de verschillen. Weer een ander land en een andere cultuur, ditmaal nog veel meer gepolitiseerd. En weer moest ik veel van mijn eigen ‘waarheden’ en overtuigingen loslaten. Vooral in Ecuador heb ik ook geleerd om met en in weerstand te werken. Met moeite heb ik geleerd om interesse en respect vast te houden als je wordt benaderd vanuit een houding van wantrouwen en weerstand.
Een voordeel van deze situaties was dat de verschillen tussen mij en mijn collega’s zo groot waren dat er wel over gepraat moest worden. En door dat te doen met oprechte belangstelling, in contact met de ander ontstaat er een proces waarbij alle partijen ook hun eigen paradigma’s en belemmerende gewoontepatronen kunnen onderzoeken en waadoor het mogelijk wordt van elkaar te leren en ook nieuwe manieren van (samen)werken te creëren. Soms succesvol, maar soms ook niet. Maar als je de tijd neemt om ook de minder succesvolle experimenten te evalueren blijkt dat ook daar erg veel uit te leren valt en dat er vaak toch onverwachte positieve gevolgen te ontdekken zijn.
Weer terug in Nederland heeft het wel even geduurd voor ik de waarde van mijn buitenlandervaring ook kon zien in de Nederlandse situatie. De verschillen tussen en binnen organisaties lijken hier immers veel minder groot dan dat ik gewend was. Maar gaandeweg merkte ik dat juist door mijn ervaring in staat bleek beter het veranderpotentieel te zien in samenwerkingsrelaties omdat ik de ervaring heb dat verschillen te overbruggen zijn.
Voor meer informatie over Ans Koning verwijzen we graag naar de LinkedIn site van Ans.